vrijdag 27 april 2012

Hemel - hel: een verkeerd paradigma

Het ND-debat over de hel was een waardig debat over een moeilijk onderwerp. De moeilijke vragen kwamen aan de orde. Bescheiden beginnetjes van antwoorden werden geformuleerd. Het mooiste vond ik dat de drie sprekers duidelijk niet waren gekomen om elkaar vliegen af te vangen, maar om oprecht hun visie te geven, wat ze goed afging. De angst die ik van tevoren over het debat had, is niet uitgekomen. Hulde.

Waar ik echter moeite mee had was het hele frame waarin de discussie door het ND was gezet. Dat was al te zien aan de hashtag #hemelhel en aan de levensgrote wegwijzer die de hele avond geprojecteerd werd met daarop heaven – hell. Hoewel de sprekers af en toe behoorlijk helder duidelijk maakten niet in dat paradigma te denken, bleef het boven de markt hangen.

Mijn moeite met het frame hemel-hel is dat de hel op deze manier teveel eer krijgt. Hemel en hel lijken in dit geval elkaars gelijkwaardige tegenhanger te zijn, waardoor de aarde in de schaduw komt te staan. De aarde is dan niet meer dan een schaduwland waar je definitieve bestemming - hemel of hel - bepaald wordt. 

Een collega stuurde deze scherpzinnige tweet de wereld in:
De spijker op zijn kop. De hel is niet zoals de hemel een schepping van God. Alsof God naast zijn eigen woning nog een folterkamer heeft ingericht voor zijn vijanden. De hel, dat is wat de mensen van Gods schepping hebben gemaakt en nog steeds maken. Net zoals het kwaad niet meer is dan de afwezigheid van het goede, zo is hel de afwezigheid God. Zo bezien doet de hel haar intrede als de mens uit het paradijs verjaagd wordt.  

Jezus zelf heeft het dan ook niet over de hel als tegenhanger van de hemel, maar als tegenhanger van het koninkrijk van God (Luc. 13:28), ofwel de vernieuwde schepping. Een nieuwe schepping die opnieuw wordt aangeduid in de tweeheid van hemel en aarde (Opb. 21:1).

Zoals een ander, al even scherp, twitterde:

Jezus is gekomen om Gods koningschap over zijn gevallen schepping terug te brengen. Om deze schepping weer te doordringen met liefde en recht. Daarom is Hij gestorven en opgestaan. Iedereen die zich tegen Zijn liefde en recht blijft verzetten komt niet in het koninkrijk, aldus de ernstige boodschap van Jezus. Niet het niet-geloven in Jezus zal de buitenblijvers zwaar worden aangerekend (Matt. 7:21), maar een leven in onrecht (Luc. 13:27). Het leven is belangrijker dan de leer.

Het is dan ook holle retoriek als je stelt dat Jezus meer over de hel dan over de hemel heeft gesproken. Jezus heeft inderdaad nauwelijks gesproken over de hemel als plek waar de doden heengaan. Dat past ook helemaal niet de boodschap die Hij had. Hij kwam geen mensen redden om naar de hemel te verplaatsen, maar kwam Gods koningschap naar de aarde brengen. In vrijwel ieder gedeelte waar Jezus waarschuwt voor de hel staat dat in de context van het koninkrijk dat Hij brengt. En Jezus heeft een stuk meer over het koninkrijk gesproken dan over de hel.

De verhouding tussen koninkrijk en hel is niet symmetrisch, alsof de hel net als het koninkrijk een bestaande plaats is, door God geschapen. De essentie van hel is buiten staan (Luc. 13:25). Het gaat om buiten tegenover binnen. Duisternis tegenover licht (Matt. 8:12). Het gaat erom dat deze aarde een plek wordt waar alle overheden, machten en krachten onttroond zijn en waar God als koning heerst. De kwade machten en hun handlangers kunnen daar simpelweg niet meer aanwezig zijn.

Voor wat de mens betreft die buiten komt te staan is dat een voortzetting van de beweging die in het paradijs is begonnen. Toen kwamen Adam en Eva buiten te staan, de weg naar het leven geblokkeerd (Gen. 3:24). Zo blijft de weg naar het leven geblokkeerd voor alles wat verwerpelijk is en iedereen die zich met gruwelijke dingen en leugens inlaat (Opb. 21:27).

Kortom: met de ‘hel’ als een ‘plek’ die nu al ‘bestaat’ kan ik vanuit de Bijbel niet zoveel. Met de hel als functie van Gods gerechtigheid des te meer. De hel is uiteindelijk het gevolg van Gods ‘ja’ tegen zijn schepping. Machten en mensen die daar ‘nee’ tegen zeggen hebben dat aan zichzelf te wijten. 

Om nog even terug te komen op het debat: de vragen uit de zaal bleven helaas erg in het frame hemel-hel hangen. Gelukkig wisten de sprekers zich daar regelmatig aan te ontworstelen. Zoals in de slotstatements bleek: "het geloof in de hemel motiveert me om hier met de voeten in de modder te staan, in de hoop dat het groene gras door de modder heenkomt" (citaat uit m'n hoofd). 

"Blijf de aarde trouw en geloof niet degenen die van bovenaardse hoop spreken", zei Nietzsche. Hij kan gerust zijn: Een christen blijft de aarde trouw, juist omdat hij bovenaardse hoop heeft. Omdat God de aarde trouw blijft.