Deze week is het de week tegen
eenzaamheid. Blijkbaar is dat nodig. 30% van de mensen is weleens eenzaam. Dat
heeft niet eens altijd te maken met het ontbreken van sociale contacten, maar
even vaak met het gebrek aan emotionele diepgang in relaties. Je kunt in een
volle kerk zitten en toch eenzaam zijn… Je kunt jaren getrouwd zijn en toch eenzaam
zijn... Eenzaamheid wordt niet perse bepaald door het aantal contacten wat je
hebt, maar heeft vooral te maken met het gevoel je gekend te weten.
Prediker 4:9-12 wordt vaak vrij snel
betrokken op het huwelijk: “je kunt beter met z’n tweeën zijn dan alleen”, zou
dan op het huwelijk slaan. Een hoeveel mensen zijn er niet in de kerk getrouwd
met het drievoudig snoer: man, vrouw en God? Soms is dan de impliciete gedachte
dat mensen die niet gehuwd zijn per definitie eenzamer zouden zijn dan gehuwden.
En dat is nog maar de grote vraag…
Prediker 4 spreekt niet over het
huwelijk maar over alle vormen van menselijk gezelschap. En wel vooral het
gezelschap van een goede vriend op de werkvloer. Er zijn mensen die zo
teleurgesteld zijn in anderen dat ze zich zoveel mogelijk terugtrekken op
zichzelf. Zelfgekozen eenzaamheid. Werken, werken, werken, geen vrienden, geen
verwanten, geen tijd om te leven. Maar er komt het moment dat zo iemand bij
zichzelf gaat denken: “waar doe ik het allemaal voor?” Je proeft de leegte…
Prediker constateert nuchter: dan
kun je maar beter met een vriend samen op werken, dan doe je alles wat je doet
in elk geval nog voor die ene ander én het levert vaak nog meer op ook. Als je
een ongeluk krijgt is er in elk geval iemand in de buurt om je te helpen en als
je vanwege je werk eens buiten moet slapen heb je ook nog wat aan elkaars lichaamswarmte,
en je kunt je jassen op elkaar leggen voor een dubbel dekbed. En mocht je
slachtoffer worden van een roofoverval, dan maak je met z’n tweeën of drieën
veel meer kans. Samen sta je sterk.
Denk niet dat je het
leven in je eentje aankunt. Elk mens heeft anderen nodig. Alleen ben je maar zo
beperkt. Deze week hoorde ik in het kader van de week tegen eenzaamheid de
volgende uitspraak: wat zon is voor
planten is aandacht voor mensen. Van echte aandacht groei je, zonder
aandacht kwijn je weg. Helaas is dit warme menselijke contact niet af te
dwingen. Zeker diepgaande contacten liggen niet
zomaar voor het oprapen. Als je zulke contacten hebt, koester ze! En geef
aandacht en warmte aan mensen van wie je denkt dat ze het kunnen gebruiken.
Samen sta je sterk: dat geldt ook
voor koningen. Wat heb je aan een oude koning die niet openstaat voor
tegenspraak of advies? Dan beter een jongeman van lage afkomst die wel wil
luisteren. Openstaan voor anderen levert meer op dan eigenwijsheid.
Wees bescheiden genoeg om hulp,
advies en kritiek van anderen te aanvaarden. Juist als je een wat hogere
positie hebt en de tegenspraak van ondergeschikten moet komen. Hoe hoog je ook
klimt op de maatschappelijke ladder, hoeveel je ook weet, je blijft als mens altijd
beperkt en je hebt je blinde vlekken. Aanvaard daarin de hulp en wijsheid van
anderen. Op het moment dat je jezelf boven alle kritiek verheft gaat het mis.
Prediker vertelt een kort
verhaal: Er was eens een arme jongen. Vastgezet door een oude dwaze koning die
dacht met politiek geweld zijn positie te kunnen handhaven. Maar de jongen komt
op een dag vrij en volgt de oude koning op. Het hele rijk is opgetogen. Mensen
dansen op de straten. Vol bewondering wordt over hem gesproken: “nu is er een
nieuw tijdperk aangebroken, vrede, veiligheid en voorspoed”. Maar ook deze jongen
zal ooit oud en verguisd worden.
Mensen houden van verandering.
Bij een regeringswissel verwachten mensen altijd veel van de nieuweling. Denk
alleen maar aan de bijna Messiaanse verwachtingen die de Amerikanen hadden van
Obama: een nieuw tijdperk, veranderingen. Maar iedere leider is een mens en
maakt fouten. En het moment dat je al weer oud nieuws bent komt soms heel snel.
Volksgunst is grillig. Dat maakt de positie van iedere leider wankel. En geen
mens kan er op lange termijn aan voldoen. Van een voetstuk is maar één ding
zeker: je valt er vroeger of later af. Daarom kun je er maar beter niet op gaan
staan.
Menselijke leiders vallen maar Gods
gezag is onaantastbaar. Daarom is het van groot belang op welke manier je God
tegemoet treedt.
Prediker ziet het gebeuren:
mensen die in drommen naar de tempel gaan. Ze staan te dringen om een offer te
brengen. Maar ze hebben niet eens nagedacht over de grootheid van God en over
hun eigen zonde. Ze offeren, en ondertussen richten ze met hun levens kwaad
aan. Ze offeren om de stem van God niet te horen. Hun offervaardigheid legt God
het zwijgen op. Dan kun je beter naar de tempel gaan om te luisteren; te horen
wat Gód te zeggen heeft via het onderwijs dat de priesters geven.
Maar veel mensen zijn
helemaal geen goede luisteraars. Ze praten te snel, te veel en vooral over
zichzelf. In het gewone leven kun je dat elkaar nog wel vergeven. Maar wat als
mensen nu in hun gebed ook teveel praten? Voor je het weet ben je in plaats van
aan het bidden een beetje voor de vuist weg tegen God aan het keuvelen. Prediker
zegt: bedenk waar je mee bezig bent! God is in de hemel, jij op aarde. Wees
daarom spaarzaam met je woorden. Want zoals je gaat dromen als je teveel
bezigheden hebt, zo ga je vanzelf onzin praten als je teveel woorden gebruikt.
Geen storender onzin
dan loze beloften. Je herinnert je misschien nog de 1000 euro van Rutte. Je
voelt van tevoren op je klompen aan dat hij hem niet gaat nakomen. In de tijd
van de Bijbel konden mensen geloften doen. Dat was een niet-verplichte belofte
aan God. Vaak als een soort tegenprestatie: als u… dan ik… een bekend voorbeeld
is Hanna: als u mij een zoon geeft, dan geef ik hem voor zijn hele leven aan u.
Het risico is dat mensen allerlei soorten geloften richting God afleggen,
zonder er al teveel over na te denken. Ik denk aan Jefta die tegen God zei: als
u mij de oorlog laat winnen, dan offer ik u het eerste wat mij uit mijn huis
tegemoet komt. En dat eerste was… zijn dochtertje…
Jefta kwam die gelofte
na, maar de meeste mensen zouden de onderhandelingen opnieuw in zijn gegaan:
sorry, het was helemaal fout van me, zo had ik het niet bedoeld. Tja, wat moet
God daar nu van denken? Je gebruikt beloften om iets van God gedaan te krijgen,
maar onder jouw deel uitkomen met een smoes? Dat lijkt verdacht veel op
manipulatie. God heeft niks met dwazen! Denk daarom liever goed na voordat je
een gelofte doet en doe ze anders beter niet! Lege woorden zijn er genoeg. Laat
die van jou vervuld zijn van ontzag voor God. Hij is groot, jij bent klein. Hij
is de allerhoogste Wijsheid, jij bent zo beperkt in wat je kunt. Zijn wijsheid
geeft richting aan het leven.
Prediker is zich heel
erg bewust van de grote afstand tussen God en mens. Prediker 5:1: “God is in de
hemel en jij bent op de aarde”, is volgens mij zelfs de kerntekst uit het boek.
Maar geldt dat vandaag nog wel? Is God sinds de komst van Jezus niet veel
dichterbij gekomen? En is bidden niet gewoon alles tegen God zeggen?
Ja! Jezus brengt God zelfs
zo dichtbij dat Hij ons de Vadernaam op de lippen legt. De Eeuwige, jouw Vader…
Je mag je gebed er zelfs mee beginnen: Onze Vader…
Maar tegelijk zegt Jezus
in het Bijbelgedeelte waar Hij het meest over de Vaderschap zegt precies
hetzelfde over bidden als Prediker (de bergrede in Mat. 5-7). Dat is al te zien
als Jezus zijn Vader introduceert als hemelse
Vader (Mat. 5:16). En we bidden tot “Onze Vader in de hemel”. Er is en
blijft een groot verschil tussen God en mens.
Ook waarschuwt Jezus
ervoor dat je niet teveel zegt als je bidt (Mat. 6:7): “Gebruik niet teveel
woorden, Vader weet immers wel wat je nodig hebt, Hij weet het zelfs al voordat
je het vraagt”. Veel woorden gebruiken en dan denken dat God je om die reden
verhoort is manipulatie.
Om dezelfde reden zegt
Jezus zelfs dat je niet alleen terughoudend moet zijn met geloften en eden,
maar dat je het zelfs helemaal niet moet doen (Mat. 5:33-34). Voor je het weet
heb je Gods naam gekoppeld aan jouw loze beloftes. Wees liever gewoon eerlijk
en doe wat je zegt! Beter dan teveel aan het woord zijn kun je naar God
luisteren. Jezus eindigt zijn preek over Gods Vaderschap dan ook met een
dringende oproep om niet zomaar ‘Heer, Heer’ te zeggen, maar luisteren naar het
nieuwe onderwijs dat God via zijn eigen Zoon geeft, en dat dan vervolgens ook
in de praktijk te brengen (Mat. 7:21-27).
Een bescheiden houding:
dat is het element dat deze drie losse stukjes uit Prediker 4 en 5 met elkaar
verbindt. Erken je beperktheid. Aanvaard de hulp en wijsheid van een ander, zelfs als die
ander ondergeschikt is aan jou. Luister naar God. Dan ben je een heel eind op
weg om wijs te worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten