Vanmiddag las ik het boekje “bevrijd van jezelf” van Tim
Keller. Een mooi, vlot geschreven boekje, dat mij in de analyse wel wist te
raken, maar in de oplossing niet. Ik voelde me niet bevrijd van mezelf.
De structuur van het boekje is als volgt:
- We trekken ons teveel aan van de mening van anderen of van onszelf. Dat is hoogmoed.
- Bijbelse nederigheid = de vrijheid om niet meer aan jezelf te denken, en je dus niet meer druk te maken over wat anderen van je vinden, en wat je van jezelf vindt.
- En dat kan als je beseft dat God, dankzij het offer van Jezus van je houdt. Dan hoef jij jezelf niet meer te beoordelen, en ook anderen niet. God houdt toch wel van je, niet om wie jij bent, maar om wie Jezus is.
C.S. Lewis (die Keller in hoofdstuk 1 en 2 uitvoerig
citeert) zoekt de oplossing in een andere richting. Namelijk in wat jij van God
vindt. Dan gaat het in de eerste plaats om de grootheid van God: in
vergelijking met Hem ga je je wel nederig voelen. In de tweede plaats gaat het
om de gemeenschap met God: God geeft zichzelf aan jou op zo’n manier dat er
gemeenschap ontstaat. Als dat gebeurt word je wel nederig. Zelf zou ik hier het
woord liefde gebruiken. Liefde gaat zo op in de ander dat je jezelf vergeet en
op die manier bevrijd wordt van jezelf.
Kortom: Bij Keller gaat het erom dat God, dankzij Jezus, mij
geweldig vindt, bij Lewis dat ik God geweldig vind.
Deze twee dingen hoeven geen tegenstellingen te zijn. Ik
denk wel dat Lewis een stap verder gaat en daarmee ook een stap dieper reikt
dan Keller.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten