zondag 5 oktober 2014

Ik weet het ook niet precies - Prediker 8

Vorige keer hebben we gezien dat je een heel eind op weg bent om wijs te worden als je de wijsheid en hulp van anderen en van God aanvaardt. Prediker 8 borduurt voort op de vraag wat wijsheid nou precies is. Of beter gezegd: wie er wijs is.
Wie heeft wijsheid? Wie kent de verklaring der dingen? (vers 1).
Prediker geeft niet direct een antwoord maar doet eerst een observatie: je herkent een wijze aan zijn stralende oogopslag en milde blik. Geen doffe ogen en een vertrokken mond, maar heldere ogen en milde gelaatstrekken.

Vervolgens geeft hij twee beschrijvingen van hoe een wijs mens in het leven staat. Het eerste wat een wijs mens doet is altijd naar de koning luisteren. Dat is wel zo veilig. Want een koning heeft absoluut gezag en hoeft aan niemand verantwoording af te leggen. Hem kun je maar beter niet tegen je in het harnas jagen. Hij kan volstrekt willekeurig reageren, dus zoek de problemen niet op. Een tamelijk laf advies, zo lijkt het (vers 2-5).

Toch zit er een wat diepere gedachte achter. Als je trouw hebt gezworen aan de koning tegenover God (vers 2) dan erken je dat het gezag van de koning van God komt. Een gedachte die diep in de Bijbel verankerd ligt: gezag komt van God (Rom. 13:1). God geeft gezag om orde en rust te scheppen zodat je als mens ongestoord kunt leven (1 Tim. 2:2). Daarom is het goed om dat gezag van de overheid te erkennen. Dat mensen omwille van de positie die ze innemen respect verdienen is een gedachte die in onze tijd onder druk staat. Juist het feit dat we vandaag onze eigen leiders kiezen leidt er vaak toe dat we het idee hebben dat we ze niet meer hoeven te respecteren: “wij hebben je gekozen, als je niet doet wat wij willen stemmen we je straks gewoon weer weg.” Maar iedere samenleving heeft gezag nodig dat de durf heeft om belangrijke beslissingen te nemen, zelfs al zegt de volkswil anders.

In de tweede plaats is een wijs mens voorzichtig. Voor alles wat er gebeurt is er een juiste tijd. Dat is zo. Maar het is als mens zo lastig om te zien wanneer die juiste tijd is. Consequenties van onze beslissingen vandaag kunnen we nauwelijks overzien. Het leven is onberekenbaar en grillig. Handel daarom niet al te pardoes, maar wacht het juiste moment af om dingen in je leven of deze wereld te kunnen veranderen. Wacht, om het zo te zeggen, het momentum af. Denk niet dat je het leven op ieder moment naar je hand kunt zetten (vers 6-7). Aan de andere kant is het ook niet goed om te zeggen: “ik heb geen inzicht in diepere bedoeling van het leven dus ik doe maar niks”. Juist omdat we geen inzicht in het plan van God kunnen hebben, hebben we als mensen een eigen verantwoordelijkheid om te handelen. Als je als mens handelt doe je dat niet omdat je precies weet wat God van plan is, je kunt om zo te zeggen jouw plannen niet nauwkeurig afstemmen op het grote Plan. Maar je handelt als mens binnen het raamwerk van je eigen verantwoordelijkheid, je vult je eigen plek zo goed mogelijk in: 
Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God. (Micha 6:8)
Dit doen, met beleid, op het juiste moment, dat is wijs.

Op recht en onrecht in deze wereld is verder trouwens geen peil te trekken. Een mens heeft, goed bezien, weinig macht. En de macht die hij heeft gebruikt hij om de ander te onderdrukken. Je zou verwachten dat op zo’n moment God ingrijpt om te oordelen, maar vaak lijkt het tegendeel juist waar te zijn. Mensen die slecht geleefd hebben krijgen een prachtbegrafenis in de heilige stad, maar mensen die Gods wil doen krijgen er geen eens een plekje om te leven. Juist omdat het kwaad zo gebrekkig gestraft wordt gaan mensen er vrolijk mee door. Er zijn zondaren die wel 100 keer door zondigen en ze leven lang en gelukkig. Prediker kent de orthodoxe regel: iemand die God dient leeft lang, de zondaar sterft snel. Maar hij erkent dat het er in de praktijk vaak heel anders uitziet. Dat hij eigenlijk geen flauw idee meer heeft hoe God het uitvoert: ik heb geen er verklaring voor, het is leegte (vers 8-14).

Wat voor troost heeft de wijze dan in dit leven? Opnieuw klinkt het: vreugde, eten, drinken en genieten, iedere dag die je van God krijgt (vers 15). Maar veel mensen hebben daar geen vrede mee. Ze blijven hartstochtelijk zoeken naar zin. Sommigen liggen er wakker van. Ze peinzen en piekeren over het leven, hun leven. Maar ze vinden geen zin. Het lukt ze niet. Zelfs de meest wijze lukt het niet. Niemand heeft de verklaring van de dingen… (vers 16 en 17)

Niemand kent de verklaring van de dingen, en… dat is bevrijdend! Ik weet niet alles, ik kan ook niet alles weten, ik hoef ook niet alles te weten. En geen enkel medemens, hoe intelligent ook, kan alles begrijpen. Niemand heeft de verklaring der dingen… Duizelingwekkend… De hoogste wijsheid is dat je weet dat je ook niet alles weet, dat je heel weinig weet, dat je beginneling bent en blijft.

Alles proberen te begrijpen zorgt voor een diepe frons in je voorhoofd, een verbeten trek om je mond. Zelf ben ik een denker, en in het denken ben ik een echte doorbijter. Ik wil, ik moet dingen begrijpen en ik wil ze ook nog eens helder kunnen opschrijven, zodat het liefst iedereen overtuig van mijn standpunten. Soms loop ik afwezig door het huis en dan vraagt mijn vrouw: “loop je weer te denken?” Ik heb de neiging om tot het gaatje te gaan, tot aan het muggenziften toe. Maar wat brengt het me eigenlijk als ik dat consequent volhoud? Zurigheid, het afkeuren van mensen die er anders over denken…

Wat is het dan bevrijdend als je hoort dat je helemaal niet hoeft te weten en te begrijpen. De frons in je voorhoofd trekt weg. De verbeten trek om je mond verdwijnt. Het licht in je ogen gaat aan en er komt een milde trek om je mond: “ik? Ik weet het ook niet precies.”

Het is bevrijdend om te erkennen dat je niet de laatste waarheid hebt. Dat je God niet hoeft te beoordelen en ook de ander niet. Stoppen met die zure levenshouding en beginnen met lachen. God danken dat je gewoon méns mag zijn. Vieren dat je het hoogste hebt bereikt wat je kunt bereiken: weten dat je het ook niet precies weet. Het leven vieren. Blij zijn, eten, drinken en genieten. Dat is genade! God regeert en ik mag leven!

Misschien is dit wel het diepste antwoord op de beginvraag van deze prekenserie: hoe overleef ik het leven? Weten dat God God is, en jij mens. En dat dat goed is. Dat je niet als God hoeft te zijn, thuis in alle vragen rond goed en kwaad (Gen. 3:5). Maar dat je op je eigen plek gewoon mens mag zijn. 

Prediker is niet anti-intellectueel. We hoeven niet alle scholen onmiddellijk te sluiten om te zwelgen in onwetendheid. Prediker zelf heeft opmerkelijk veel menselijke wijsheid. Maar weinig is zo bevrijdend als erkennen dat die menselijke wijsheid beperkt is. Niet in staat om God en de zin van het leven te begrijpen. Alsof een mens ooit zou kunnen opklimmen tot raadgever van God. 
Wie heeft de geest van de HEER gemeten?
Heeft iemand hem ooit raad gegeven? (Jesaja 40:13)
In Job 28 staat een gedicht over wijsheid. Het begint met de erkenning dat mensen tot ongelooflijk veel in staat zijn. Ze delven erts uit de diepste krochten van de aarde, daar waar het vuur woelt. Daar vinden ze de mooiste stenen, en goud. Technisch vernuft genoeg (Job. 28:1-11).

Maar hoe diep de mens ooit zal graven, hij zal de wijsheid niet tegenkomen. De wijsheid is ook niet te koop. De mens heeft er geen toegang toe (Job. 28:12-22). Maar God wel. Hij weet waar de wijsheid woont. Hij is de enige die de wijsheid peilde en doorgrondde (23-27). Voor de mens is er maar één weg om wijs te leven:
Ontzag voor de Heer – dat is wijsheid
Het kwaad mijden – dat is inzicht (Job. 28:28)
Wie heeft wijsheid? Degene die erkent dat hij het ook niet precies weet, die handelt uit ontzag voor God, de Enige die 100% toegang heeft tot de wijsheid. Degene die het kwaad mijdt en de verantwoordelijkheid neemt om op het juiste moment het goede te doen. En vooral ook degene die niet vergeet om te genieten en te leven.

God is God. Wij zijn mensen. Laten we blij zijn en leven.

p.s. voor deel 2 van deze preek heb ik vooral veel gehad aan A.F. Troost, Praten met Prediker. Wat mij betreft een aanrader om te lezen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten