dinsdag 19 juli 2011

Is letterlijk hetzelfde als waar gebeurd?

Veel mensen die zeggen dat ze de Bijbel letterlijk nemen, bedoelen eigenlijk te zeggen dat alles wat zich in de Bijbel als historisch aandient, ook historisch is. ‘Ik lees het gewoon zo als het er staat’, is een veelgehoorde uitspraak. Op zichzelf een loffelijk streven, een streven dat laat zien dat men de Bijbel als Gods woord recht wil doen.

In veel gevallen lukt de gelijkschakeling van letterlijk en historisch behoorlijk goed. In de verdediging van de historiciteit van Genesis 1, bijvoorbeeld, is het prima te verdedigen dat de zes dagen echte dagen zijn en dat God de wereld dus in zes dagen geschapen heeft. Mijn logica komt daartegen niet in opstand en het is dus een goed te verdedigen opvatting.

Soms echter leidt het letterlijk lezen tot problemen voor de strikt historische opvatting. Bijvoorbeeld in Genesis 6, als het gaat om wie er in vers 2 worden bedoeld met de godenzonen.

De zonen van de goden zagen hoe mooi de dochters van de mensen waren, en ze kozen uit hen de vrouwen die ze maar wilden.

Wie zijn de godenzonen?

Als ik Genesis 6:2 gewoon letterlijk lees, dan lees ik over godenzonen die verliefd worden op mensendochters. Het gaat hier om twee soorten wezens die beide in dezelfde grammaticale constructie worden neergeschreven: Zonen van God (bnej-haelohim) en dochters van de mens (bat-haadam).  Dochters van de mens komen enkel in dit Bijbelgedeelte voor. Voor de zonen van God zijn er meer Bijbelgedeelten voorhanden.

In Job 38:7 gaat het om wezens die er al bij het begin van de schepping bij waren. Ik krijg de indruk dat het om een soort engelen gaat.

In Job 1:6 gaat het om wezens die zich voor God stellen, onder wie zich ook de Satan bevindt. De godenzonen in dit gedeelte lijken dus zowel de goede als de gevallen engelen te omvatten.

Als we het even tot de Bijbel beperken, gaat het in deze uitdrukking dus om een soort engelenraad die zich om de troon van God bevindt (Psalm 29:1; 89:7-8).

Lees ik Genesis 6:1-4 vervolgens letterlijk, dan zie ik hemelse mannelijke wezens (mogelijk engelen) die verliefd worden op menselijke vrouwen. Uit die huwelijken worden nefilim (reuzen) geboren (cf. Num. 13:33). Geweldig sterke mannen uit voorbije tijden. God ziet dat als hoogmoed en besluit de mensen te straffen. De mens zal voortaan niet ouder worden dan 120 jaar. 

Deze uitleg is heel lang gangbaar geweest. Bijvoorbeeld in de hervertelling van deze geschiedenis in het boek 1 Henoch (ca. 200 voor Christus). Maar ook vroege kerkvaders legden dit verhaal zo uit.

Het probleem als letterlijk historisch wordt

Deze letterlijke lezing wordt echter problematisch als je het ook echt als waar gebeurd wil zien. Engelen die gemeenschap hebben met vrouwen? Dat past niet in het beeld dat we van engelen hebben.

Daarom wordt in kringen die de Bijbel strikt historisch willen lezen deze tekst als volgt uitgelegd: de zonen van God zijn de kinderen van Seth, de gelovige lijn van de mensheid. De dochters van de mens zijn de kinderen van Kaïn, de ongelovige lijn van de mensheid.  Op een gegeven moment hebben die twee zich met elkaar vermengd zodat alle ware godsdienst van de aarde verdween.[1]

Maar deze exegese roept bij mij wel vragen naar boven.

  • Zou het echt zo zijn dat er uit de lijn van Seth enkel mannen en uit de lijn van Kaïn enkel vrouwen bij betrokken waren? Zo niet, waarom wordt dan niet in beide gevallen het woord 'ben' (zoon) gebruikt?
  • Waar komen volgens deze visie de reuzen vandaan? Gewoon uit mensenhuwelijken?
  • Maar het belangrijkste bezwaar is dat bnej-haelohim in het Oude Testament nergens voor mensen gebruikt wordt. Dat gebeurt pas in het Nieuwe Testament (Rom. 8). Het gaat overal in het OT om goddelijke wezens.

Conclusie

Bij deze ‘historische’ lezing moet er zo veel aan de tekst geknutseld worden dat niet meer te verdedigen is dat je gewoon leest zoals het er staat. Sterker nog: om de historiciteit vast te houden leest men niet-letterlijk.

Mijn eigen positie? Ik lees letterlijk, en dus in dit geval niet-historisch. 


[1] Zie o.a. de kanttekeningen op de StatenVertaling, Matthew Henry en de Korte Verklaring. 

8 opmerkingen:

  1. Je zegt zoiets als dat letterlijk betekent dat het zo gebeurd is als er staat, maar je definitie van historisch lijkt te zijn dat het dan niet per se historisch zo gebeurd is - waardoor de definitie van de term de term zelf tegen kan spreken. Als de term historisch vervangen kan worden door historisch-kritisch dan begrijp ik je wel goed geloof ik.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @Jaap,

    Dank voor je reactie. Maar ik bedoel het echt letterlijk zoals het er staat ;-)

    Zelf geloof ik idd niet dat alles wat in de bijbel staat historisch zo gebeurd is.

    Maar in dit artikel laat ik vooral zien dat degenen die kost wat kost aan de historische onfeilbaarheid van de tekst vast willen houden, in de problemen kunnen komen met de letterlijkheid.

    Niet meer en niet minder.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Dan wordt het voor mij wel ingewikkeld om jouw persoonlijke positie te begrijpen: de letterlijke interpretatie is de juiste maar niet historisch zo gebeurd. Wat is dan de status van het verhaal als de letterlijke interpretatie klopt maar het niet gebeurd is? En wat heeft zich dan in de historie wel plaatsgevonden?

    Als je de letterlijkheid en de historie wilt doen samenvallen dan lijkt mij de meest simpele oplossing om te veronderstellen dat er voor de zondvloed gevallen engelen (of in elk geval dergelijke wezens) met stoffelijke vorm zijn geweest. Op die manier los je het bezwaar tegen de letterlijke lezing op en ik geloof niet dat je met andere tekstplaatsen in de bijbel aan kunt geven dat een dergelijke lezing niet kan kloppen.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. @Jaap,

    M.i. moet je altijd letterlijk lezen. Een tekst uitleggen zoals het er staat.

    Maar dat wat er staat hoeft niet altijd echt zo gebeurd te zijn.
    Dat is mijn positie.

    Dus: de tekst heeft het idd over goddelijke wezens, maar dat is mythisch taalgebruik, en dus niet historisch waar gebeurd. Maar het staat er wel. Snap je?

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Naar mijn opvatting moet een verhaal als dit toch wel op één of andere manier echt gebeurd zijn, zelfs al zou je als je erbij geweest was het heel anders waargenomen hebben. Ik kan me voorstellen dat het omwille van bijv. de betekenis of de bedoeling van het verhaal - ook met het oog op het hele bijbelboek - wat anders is opgeschreven, maar ondermijn je de bijbel niet als je zegt dat een verhaal als dit in het geheel niet gebeurd is?

    Als het echt in het geheel niet gebeurd is, wat is dan de reden geweest waarom dit verhaal in Genesis staat en wat is dan de waarde/functie die het verhaal in jouw ogen heeft?

    Ik ben dus eigenlijk benieuwd naar je visie op Schriftgezag en naar hoe je kijkt naar die verhalen in de bijbel die volgens jou niet-historisch echt gebeurd zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. @jaap. Bedankt voor je belangstelling.
    heel kort dan :-)

    De bijbelschrijver gebruikt deze mythe om aan te tonen dat de mens telkens de neiging heeft om als God te willen zijn. 1e keer is in Genesis 3, jou welbekend. 2e keer is hier. Door als mens de grens niet in acht te nemen en je met goddelijke wezens te vermengen, grijp je opnieuw boven je bescheiden positie uit. Vandaar ook de geboorte van Reuzen.
    3e keer is de toren van babel, met de hoogmoedige poging om de hemel te bereiken met een toren.

    3 beschrijvingen van de val van de mens. Telkens gekenmerkt door hoogmoed. Ik geloof zeker in een historische zondeval. Maar ik geloof niet dat deze 3 verhalen historisch zo gebeurd zijn.

    Zowel in oertijd als eindtijd (genesis als openbaring) gebruikt de bijbel geen historische beschrijvingen, dat is mijn opvattingen. Die historie (of toekomst) is niet te beschrijven, alleen te typeren.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Oke, dat maakt het voor mij wat duidelijker. Die eerste verhalen zijn volgens jou mythische beschrijvingen die niet historische gebeurtenissen weergeven, maar tegelijkertijd wel iets willen vertellen over de mens die door hoogmoed in zonde is gevallen en telkens weer valt.

    Als je andere teksten in de bijbel leest dan denk ik niet dat je eromheen kan dat in elk geval de bijbelschrijvers echt dachten dat ook de eerste verhalen in Genesis echt gebeurd zijn. Met name de geslachtsregisters worden als historisch gezien, dus het lijkt me sterk dat de verhalen die hier tussendoor staan - en waarin de mensen uit de geslachtsregisters een rol spelen - dan als niet-historisch kunnen worden gezien.

    In elk geval bedankt voor je reacties. Interessant en verrijkend!

    BeantwoordenVerwijderen
  8. @Jaap

    Graag gedaan.Ik geloof op zich wel dat er zich een eerste historische zondeval heeft voorgedaan. Maar m.i. is de historie in de bijbel verteld in het gewaad van de mythe. Ik denk dus iets genuanceerder dan dat jij mijn standpunt weergeeft.
    Boeiende discussie ja. Bedankt voor je deelname!

    BeantwoordenVerwijderen