dinsdag 12 juli 2011

Kosmische tekenen als aankondiging van de wederkomst? (2)

Wat is de functie van de kosmische tekenen in Openbaring 6? Als de tekenen niet letterlijk bedoeld zijn, hoe dan wel?

Openbaring 6:12-14 als oordeel-theofanie

Opnieuw wil ik een oudtestamentische parallel gebruiken om het duidelijk te maken. In Joel 2 wordt de komst van de Heer in zijn oordeel beschreven (Joel 2:11). Die oordeel-theofanie is dermate verschrikkelijk dat de hele schepping siddert:
Bij die aanblik beeft de aarde
siddert de hemel
zon en maan worden verduisterd
sterren doven hun glans
Want het is de HEER…
(Joel 2:10-11)

Als God komt in zijn toorn, siddert de hele schepping van angst. Dat is de belangrijkste reden dat in Openbaring 6 de kosmische tekenen genoemd worden. Dit wordt onderstreept door vers 15-17 waar alle mensen zich proberen te verbergen voor de toorn van het Lam. “Nu is de grote dag van de toorn aangebroken, en wie kan die doorstaan?”

Zo is de eerste functie van de kosmische tekenen in Openbaring 6 het onderstrepen van de toorn van God in zijn komen als rechter. 

Openbaring 6:12-14 als climax van oordeelsaankondiging

Zoals in deze hele bijdrage al te zien is, zijn in Openbaring 6:12-14 veel teksten uit het Oude Testament gecombineerd en in een nieuwe samenhang geplaatst. Ik zet ze nog even op een rij.

Psalm 18              – oordeel over de vijanden van David
Jesaja 13             – oordeel over Babylon
Jesaja 34             – oordeel over Edom
Ezechiel 32         – oordeel over Egypte
Joel 2                    – oordeel over Israel

Geen van die beschrijvingen is zo volledig als Openbaring 6. Hier zien we iets wat in Openbaring steeds weer gebeurt. Johannes combineert beschrijvingen uit het Oude Testament op zo’n manier dat duidelijk wordt dat hij in de toekomst een climax van Gods handelen verwacht.

Om de toekomst te beschrijven, gebruikt Johannes vaak materiaal uit het verleden. Hij laat de toekomst zien met beelden ontleend aan het verleden. Maar hij rangschikt die oude woorden op zo’n manier dat duidelijk is dat het verleden in de toekomst niet zomaar herhaald zal worden, maar veel heftiger zal zijn.

De onderliggende oudtestamentische beschrijvingen zijn allemaal deel-oordelen van God. Het gaat over meerdere ‘dagen van de HEER’.  Johannes combineert gegevens uit al die teksten om daar Gods definitieve oordeel, de grote ‘dag van de HEER’, mee te beschrijven.

Openbaring 6:12-14 als einde van de eerste schepping

Dat is naar mijn overtuiging de tweede functie van deze tekst. Het beschrijven van het definitieve oordeel van God.

Één oudtestamentische parallel had ik nog niet genoemd, Psalm 104. Het is wellicht beter om deze psalm de antiparallel van Openbaring 6:12-14 te noemen. Psalm 104 beschrijft in dichterlijke taal de schepping van God. Een paar citaten:

U spant de hemel uit als een tentdoek (2)

U hebt de aarde op pijlers vastgezet
tot in eeuwigheid wankelt zij niet (5)

U hebt de maan gemaakt voor de tijden
de zon weet wanneer zij moet ondergaan(19)

God heeft zijn eerste schepping met liefde gemaakt, Hij heeft zelf de orde van dag en nacht erin aangebracht, de aarde muurvast neergezet, de hemel er als een beschermende tentdoek boven uitgespreid. Dat is het scheppingsverhaal volgens Psalm 104, verteld in het wereldbeeld van de oude oosterling.

Aardbevingen, noodweer, zon- en maansverduisteringen, vallende sterren, al die dingen zijn er voor de oude oosterling een teken van dat er iets verontrustends aan de hand is met Gods schepping. Het is niet meer volmaakt, je moet op je hoede zijn. Het huis dat God voor ons heeft gemaakt om in te wonen is niet meer onwankelbaar, soms beeft de aarde, soms rolt het tentdoek van de hemel ten dele op en valt het water met bakken naar beneden waardoor er overstromingen plaatsvinden, soms gaat de zon op onverklaarbare wijze een tijdje uit, vallen er sterren naar beneden of kleurt de maan ineens bloedrood. Voor de gelovige Israëliet allemaal een teken van hetzelfde: er is iets grondig mis met de schepping.

Vandaar ook dat juist in Israel de verwachting van een nieuwe schepping opkwam. Een schepping die niet meer onveilig is, maar veilig.

                Zie, ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
wat er vroeger was raakt in vergetelheid
het komt niemand ooit nog voor de geest. 
(Jesaja 65:17)

Bij de nieuwe schepping hoort het verdwijnen van de oude. Het voorbijgaan op zo’n manier dat het niet meer herinnerd wordt.

Johannes tekent in Openbaring 6:12-14 die verdwijning van de oude schepping letterlijk als een omkering van de eerste schepping. God zelf breekt vakkundig zijn eigen bouwwerk af.  Eerst haalt hij de pijlers onder de aarde vandaan. De aarde stort in met een geweldig geraas, zo erg dat er geen berg of eiland op z’n plek blijft. Vervolgens trekt God de stekker van de hemellichten eruit: de zon gaat op zwart, de maan op rood en de sterren vallen naar beneden als overrijpe vijgen. En als laatste handeling pakt God het hemelse tentdoek en rolt het, netjes als een boekrol, op.
Een aangrijpende manier om te beschrijven hoe ver God moet gaan om iets nieuws te maken. Om het nieuwe geboren te laten worden, moet het oude verdwijnen.

Aangezien Psalm 104 een dichterlijke beschrijving is en niet pretendeert de geschiedenis correct weer te geven, denk ik dat het ook niet nodig is om Openbaring 6:12-14 wel als letterlijke voorspelling van de toekomst te zien. In profetisch-dichterlijke taal wordt het definitieve einde van Gods eerste schepping onderstreept. 
Dat is de tweede functie van het gebruik van de kosmische tekenen in Openbaring 6. 


5 opmerkingen:

  1. Goed verhaal! Zoals alles in Openbaring symbolisch bedoeld is, kan het volgens mij niet zo zijn dat we de kosmische tekenen wel letterlijk moeten opvatten!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Denk je dat ik hiermee ook mensen die Openbaring wel letterlijk lezen overtuigd heb?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Dat zijn alleen Jehova getuigen, en die overtuig je sowieso nooit ;)

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ik ben niet overtuigd. 2 Petrus 3:10: De hemelsferen zullen die dag met luid gedreun vergaan, de elementen gaan in vlammen op. Dit wijst er m.i. op dat God aan nieuwbouw van het universum gaat doen, en dat zal niet zonder slag of stot gaan. 'De elementen zullen brandend vergaan.' Mijn overtuiging is dat er waarneembare tekenen in het fysieke universum zullen zijn bij de komst van de Heer. Ik geloof niet in doemtheoriën. Maar wel in het feit dat het heelal radicaal vernieuwd/veranderd gaat worden zodat de elementen niet meer uiteen zullen vallen.
    Letterlijke voorspelling in Openbaaring? Nee, dat ben ik met je eens. Maar compleet dichterlijk is het m.i. ook niet.

    BeantwoordenVerwijderen